Op het belangrijkste feest van de islam wordt herdacht dat Ibrahim zijn zoon Ismaël aan Allah moest offeren. Maar Allah stuurde een schaap als slachtoffer. Daarom wordt op dit feest een offerdier geslacht. Het vlees wordt verdeeld onder armen, familieleden en vrienden. Een derde deel houdt men zelf.
Een schaap om te delen, een leven om te geven. Een les over jezelf, over wat je hebt en doet. Over wat je doet voor een ander en wat anderen doen voor jou. Over Allah, Ibrahiem en zijn zoon.
Saliem woont met zijn ouders, broertjes en zusjes in een klein dorpje. Zijn vader heeft een kleine boerderij met schapen, geiten en kippen.
Op een dag bevrijdt Saliem een jong schaapje dat vast zit in de takken in een rivier. Vanaf dat moment zijn ze vrienden! Hij noemt het schaapje Vlek en zorgt er heel goed voor. Maar… als het Offerfeest nadert besluit zijn vader dat juist Vlek geofferd moet worden.
Zal zijn vader Vlek offeren? Of kiest hij een ander schaap?
Uit: A. van Bommel, De KORAN: uitleg voor kinderen [deel 2]