Verhalen, we kunnen er niet zonder. De verhalen die Jezus vertelde (gelijkenissen of parabels) vormen nog steeds een rijke bron aan inspiratie en uitleg. Het zijn verhalen met meerdere lagen en iedere tijd, iedere specifieke context zal er één of meerdere lagen uitlichten en centraal stellen. Dat zal in de lessen niet anders zijn. In de onderbouw staat steeds de leefwereld van het kind centraal; bij de midden- en bovenbouw wordt de wereld vergroot en worden leerlingen uitgedaagd om kritische vragen te stellen bij wat gangbaar of gewoon is.
Over de toespraak die Jezus op de berg uitspreekt. Hij spreekt de mensen moed in en richt zich tot hen die dat het meeste nodig hebben. Zij zullen gelukkig worden. Wat betekent geluk? Voor jezelf, voor de ander(en)?
Waar bouw jij een huis als je er zelf ergens één mocht plaatsen? Op het zand of op een rots? Denk na voor je iets doet, is de boodschap van deze les.
In deze les gaan de leerlingen in gesprek met elkaar over hun sterke en zwakke kanten en het verschil tussen leerlingen. Centraal staat de gelijkenis van de verloren zoon.
Als een zaadje in goede aarde valt, zal het ontkiemen en uitgroeien tot een mooie bloem of plant. Vanuit de gelijkenis van het zaad wordt er met de leerlingen gesproken over groeien. Wat heeft een plant nodig om te groeien? Wat hebben mensen nodig om te groeien?
Een les over klaar staan en verwachten, waarin de leerlingen zich inleven in de bruidsmeisjes, het verhaal uitspelen en samen olielampjes gaan maken.