Een les over klaar staan en verwachten, waarin de leerlingen zich inleven in de bruidsmeisjes, het verhaal uitspelen en samen olielampjes gaan maken.
In deze les gaan de leerlingen in gesprek met elkaar over hun sterke en zwakke kanten en het verschil tussen leerlingen. Centraal staat de gelijkenis van de verloren zoon.
Waar bouw jij een huis als je er zelf ergens één mocht plaatsen? Op het zand of op een rots? Denk na voor je iets doet, is de boodschap van deze les.
Als een zaadje in goede aarde valt, zal het ontkiemen en uitgroeien tot een mooie bloem of plant. Vanuit de gelijkenis van het zaad wordt er met de leerlingen gesproken over groeien. Wat heeft een plant nodig om te groeien? Wat hebben mensen nodig om te groeien?
Er was eens een herder. Hij had een grote kudde schapen. En hij kende ze allemaal. Op een dag mist hij een schaap. Jenka is er niet...
Aram gaat met zijn vader naar het pleintje waar elke dag de mannen die werk zoeken zich verzamelen. Zijn vader is net ziek geweest, maar hij heeft gehoord dat er veel werk zou zijn en hij heeft geld nodig. Aram wil zijn nog zwakke vader helpen. Maar de sterkste mannen worden eerst uitgekozen... Een verhaal bij Matteüs 20-1-16.
Als Wolfje verdwaalt, brengen andere dieren hem thuis. Wat is zijn familie blij dat hij terug is.
Een les bij het prentenboek 'Wolfje wil naar huis' en het Bijbelverhaal van het verloren schaap.
Als je verder wilt in het leven kan vergeving daarin soms een belangrijke rol spelen. Maar dat is niet voor iedereen gemakkelijk. Daar heb je moed en lef voor nodig. Wat de waarde is van vergeving ontdekken de leerlingen aan de hand van een verhaal van Jezus over het vergeven van schulden (Matt. 18:21-35).
De leerlingen leren en ontdekken dat het herder zijn in onze omgeving nogal verschilt van het herder zijn in de Bijbelse tijd. Ze leren de betekenis van de metaforen herder en schapen in de Bijbelse verhalen. Ze kunnen de metaforen vertalen naar wat we in onze tijd onder herders en schapen verstaan.
In deze les staat de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar centraal.
De leerlingen ontdekken dat aan bidden op vele manieren vorm gegeven kan worden, o.a. in woorden en zingen. Ze ontdekken waar het bij bidden werkelijk om gaat en kunnen daarvan iets verwoorden.
Les over het verhaal van de werkers van het elfde uur (Matt. 20:1-15), waarin de leerlingen ook zelf ervaren wat er gebeurt in het verhaal, als de werkgever zich aan zijn afspraken houdt. De leerlingen denken na over de betekenis van dit verhaal en leren dat een dagloner een nog onzekerder bestaan had dan een slaaf.