Een lessenserie waarin leerlingen onderzoeken wat geloof betekent of waarin je kunt geloven.
Wanneer je in het Oude Testament naar het woord 'geloven' kijkt, zie je dat er vertrouwen in en gehoorzaamheid aan God aan het licht komt. In het Nieuwe Testament wordt met het woord ‘geloven’ een term bedoeld waarmee een overtuiging wordt aangeduid.
Wie ergens van overtuigd is, gaat niet stil in een hoekje zitten. Geloven maakt dat je iets doet. Er wordt iets van je gevraagd. Je gaat er voor! Zo krijgt geloof betekenis.
Bij geloven horen de woorden ‘twijfelen’ en ‘vertrouwen’. Er is verschil tussen ‘geloven’ en ‘zeker weten’. Geloven is ten diepste er op vertrouwen dat wat je niet zeker weet, voor jou toch waar is. Niemand kan je dwingen om iets te geloven. Daar waar dat wel gebeurt, zie je de rauwe kant van geloof.
Het spel 'Geloven? nodigt uit om samen na te denken over de dingen waarin je kunt geloven. Door het te spelen worden de leerlingen uitgenodigd om onder woorden te brengen waarom ze iets wel of niet geloven en ontdekken ze dat iedereen iets anders gelooft.
Als God Mozes roept om zijn volk te gaan bevrijden, zegt Mozes nee, nee en nog eens nee! De leerlingen onderzoeken in deze les waarom Mozes/Moesa weigert en wat er voor nodig is om toch aan de slag te gaan. Mozes staat op en hij handelt, ook al vindt hij het een moeilijke opdracht.
Met je hoofd, je hart, je handen... Wat doe je als je respectvol om wilt gaan met de aarde, je medemensen en alles wat God geschapen heeft? Hecht iedereen waarde aan de woorden van de profeet Micha? Aan de hand van het verhaal 'Drommels wat een rommel' onderzoeken de leerlingen hoe denken, voelen en doen daarbij passen.
De bedelaar is blind, hij heeft zich hele leven nog nooit kunnen zien. Dan komt Jezus langs en hij maakt de blinde man beter. Een heel bijzonder verhaal. Wie zal hem geloven?
Vasten? Vasten is kiezen voor wat belangrijk is, niet vergeten, je blijven herinneren, omzien naar elkaar... Houd dat vast!
Met de leerlingen gaan we op zoek naar de aspecten en de waarde van vasten.
In het opstandingsverhaal uit het Johannesevangelie ontdekt Maria Magdalena het lege graf. Ze spreekt de 'tuinman' aan. Op het moment dat ze bij haar naam genoemd wordt, gaan haar ogen open. Hierdoor verandert ze; haar zien wordt geloven en vertrouwen.
Twee vrienden komen elkaar na jaren tegen. Ze openen hun reiskoffer en tonen de inhoud. Stel dat de ene vriend Geloof heet en de andere Zeker-weten. Wat zit er dan in hun koffer?
Aan de hand van het prentenboek 'Drommels wat een rommel' denken de leerlingen na over hoe we goed voor de aarde kunnen zorgen. Hoe doe je dat: met je hoofd... je hart... je handen?
Een spel voor de onderbouw dat uitnodigt om samen na te denken over de dingen waarin je kunt geloven. Door het spelen ontdekken leerlingen dat iedereen iets anders gelooft.